Duurzaam verpakken: ‘Wij moeten bewegen als industrie’

In de verpakkingsindustrie gaan de ontwikkelingen snel. Bedrijven willen en moeten verduurzamen, en dat vraagt om innovatieve oplossingen van een bedrijf als Trioworld. Klanten komen daarover steeds meer met vragen bij hen, zegt Jolien Stevels, innovatie- en R&D-manager stretchfilm en voedselverpakkingen. Een gesprek over trends, innovatie en duurzaam verpakken.

Sustainability is wel een heel duidelijke trend, steekt Jolien Stevels van wal. “Daarbij gaat het om gewichtsbesparing, recyclebaarheid, en het gebruik van niet-fossiele grondstoffen.”

Een andere trend die daarmee te maken heeft, is functionaliteit of performance. Want producten worden duurzamer, maar moeten dezelfde, of een verbeterde functionaliteit hebben. “Zowel bij wikkelfolie als bij voedselverpakkingen worden de eisen steeds hoger”, ziet Stevels. “Zo is er steeds meer regelgeving, zoals de Europese EUMOS voor ladingzekerheid tijdens transport. Daarmee hangt samen dat ook de performance van onze stretchfilms naar een steeds hoger niveau gaat.”

Aan de andere kant zijn het klanten van Trioworld, die nu medeverantwoordelijk zijn voor de veiligheid van het transport, wier verwachtingen hoger liggen. “Bij ons komt dan de vraag hoe ze voor transportzekerheid kunnen zorgen en hoe je bijvoorbeeld een pallet het best kunt wikkelen. Wij helpen ze om dat te realiseren.” Daarmee is duurzaam verpakken ook gelinkt aan het reduceren van schade.

Want er komt meer bij kijken dan productontwikkeling, legt de R&D-manager uit. “We werken hiervoor nauw samen met onze klanten. Niet alleen bij Research & Development, maar ook onze salesmensen en Technical Engineers. Zij weten precies hoe ze de klant moeten ontzorgen als het gaat om palletstabiliteit tegen de laagste Total Cost of Ownership.

Weinig mensen geloofden dat het zou lukken

Dat roept de vraag op waar de ontwikkeling van een nieuw product begint: in het lab of bij de klant? Beide komt voor, weet Stevels. “Je hebt altijd de wens van de klant in je achterhoofd, daarmee probeer je je doelen te realiseren. Soms gaan we naar aanleiding van een klantvraag specifiek naar iets op zoek, maar het gebeurt ook dat wij een materiaal tegenkomen waarin we nieuwe toepassingen zien.” “We proberen die technische mogelijkheden te koppelen aan trends die we in de markt zien. Daarbij kijken we ook naar andere industrieën dan waar we zelf actief zijn, om zo te zien waar de markt naar toebeweegt”.

Precies zo gebeurde het met Trioworld’s biobased film. “Ik zag op een beurs biogebaseerd materiaal in een bepaald product, en kreeg het idee dat je dat voor stretchfilm kunt gebruiken”, vertelt Stevels. Dat leek interessant, en dus volgden er proeven. “Daar kwam een film van lage kwaliteit uit voort. Maar omdat wijzelf en onze klanten hoge eisen stellen aan stretchfilm, wilden we dit doorontwikkelen tot een hoogwaardige stretchfilm. Veel mensen, inclusief de leverancier van het biogebaseerde materiaal, geloofden niet dat dat zou lukken. Maar bij Trioworld hebben we inmiddels veel materiaalkennis, en houden we van een uitdaging, dus is het ons gelukt om én een hoog percentage biogebaseerde grondstoffen én een goede performance te krijgen. Nu hebben we er klanten voor en hebben we er ook een prijs mee gewonnen!”

Dat is trouwens wel iets dat de laatste jaren veranderd is, merkt Stevels op. “In het verleden zijn we al bezig geweest met biobased en bio-afbreekbare films, maar toen was er in de markt nog weinig bereidheid om concessies te doen aan de prijs, en dat begint nu snel te veranderen. Daar zijn we dus blij mee, want als je niet begint wordt het ook nooit goedkoper.”

Verplicht om voorop te lopen

Niet voor niets loopt Trioworld daar dan ook in voorop. “We hebben allemaal de drive om aan duurzaamheid te werken. We zijn volop bezig met recycling en alternatieve grondstoffen, minder gebruik van materiaal en slimmer nadenken over verpakkingen.” Stevels ziet het ook als een verplichting om voorop te lopen. “Zeker in de plasticindustrie. Het beeld over plastic ligt genuanceerder dan soms gepresenteerd wordt, want plastic is in veel gevallen een heel efficiënt verpakkingsmiddel. Tegelijkertijd betekent dat niet dat we er niets aan moeten doen.”

Dat doen ze dus met een grote R&D-afdeling. “Dat hebben niet veel bedrijven”, zegt Stevels. “En daar investeren we dus relatief veel in. We werken aan dit soort duurzame verpakkingen en oplossingen, ook voordat de marktvraag er is. En nogmaals, het past bij ons als bedrijf en persoon om daar volop aandacht aan te geven.”

De hoeveelheid kennis bij het R&D-personeel én de Technical Sales engineers zorgt voor een grote toegevoegde waarde voor klanten. “We hebben veel kennis in huis. Zonder die kennis is het moeilijker met de markt mee te veranderen. Wij begrijpen de wens van onze klant, kunnen alles uittesten en we begrijpen hoe materialen werken. Daardoor zijn onze producten relevanter voor de klant. Ik denk dat wij het verst zijn op het gebied van materialen, gelinkt aan toepassingen.”

Closed loop-toepassingen

Er gebeurt dus al heel veel, maar elk bedrijf heeft wel een stip aan de horizon. “De grootste uitdaging voor ons is om onze stretchfilms voor een groot deel closed loop te kunnen maken. Dus de wikkelfolie die we gebruiken weer terugkrijgen en daar weer nieuwe stretchfilm van maken. We hebben al een folie op de markt met 30 procent gerecycled materiaal, post industrial materiaal. Dat percentage gaan we verder uitbouwen, en we doen proeven voor post consumer gerecycled materiaal. En zo werken we toe naar de closed loop-toepassing.”

Verder is er wat betreft voedselverpakkingen ook een holy grail: “Die zouden we eveneens recyclebaar willen maken. Daar komt voedselveiligheid bij kijken en dat is een heel kritiek aspect van voedselverpakkingen. Daarin zijn we natuurlijk erg afhankelijk van regelgeving.”

Duurzaam verpakken gaat allemaal in stapjes, zegt Stevels, belangrijke stapjes waarmee je ook steeds meer ervaring opdoet. “We kunnen niet het hele circuit nog tien jaar aankijken, we moeten bewegen als industrie.”

Lees ook het artikel over duurzaam verpakken van Christiaan Bolck.